In mei 2010 kreeg ik de uitnodiging om in Burkina Faso deel te nemen aan een actieve ontmoeting van kunstenaars. Hoewel een sprong in het diepe, ging ik er met mijn vrouw graag naar toe.

De werkplek was een site buiten Zorgho, een plaats ruim 100 km ten oosten van de hoofdstad Ouagadougou. Het gezelschap bestond uit een vijftiental kunstenaars (acht nationaliteiten) van diverse disciplines: schilderen, batikken en beelden maken in hout, steen en brons. Daarnaast kregen zij ieder een stagiair uit Burkina Faso toegewezen en waren er de keukendames en de fotograaf.

De site bleek een idyllisch oord. De bodem was veelal licht met gras(?) begroeid, soms zanderig of rotsachtig. In de onmiddelijke omgeving waren akkertjes, waar geploegd en gezaaid werd. Verspreid tussen de bomen stonden een tiental tenten. Dichtbij onze tent stond mijn werktafel, onder een grote karité-boom. Doorlopend kwamen er kuddes runderen, schapen of geiten op bezoek, samen met hun herdertjes. En maar handjes geven.

Een deel van de tijd werd besteed aan het gezamenlijk project, het "Monument voor de Vrede". Een baobab-boom met een stam van stenen en met bronzen takken en vogels. (zie foto) Een ander deel was bestemd voor eigen werk; Oumar, mijn zeer ervaren stagiair, en ik maakten o.a. ieder onze eigen (zwarte en blanke) voet in was, die later als bronzen voeten-paar in dezelfde richting zouden gaan lopen.

De weg van was naar brons verliep volgens de eeuwenoude Afrikaanse traditie. De mal werd opgebouwd uit vele lagen, eerst pure ezelmest, daarna vermengd met aarde, met ijzerdraad ter versteviging. Elke laag vroeg om een dag drogen in de zon. Het verzamelde werk werd uitgestookt in een groot vuur en de gesmolten was opgevangen.

Nadat de nieuwe gietkroes met een gepaste ceremonie was ingewijd, werd daarin het brons (schroot) gesmolten, d.m.v. een houtskoolvuur. Later werd dat met "pollepels" in de hete mallen gegoten. 

De volgende dag werden de werkstukken uit hun mallen bevrijd en werd het monument van takken en vogels voorzien. Ook werd de laatste hand gelegd aan het individuele werk, waarna een expositie werd ingericht. De grote variatie aan kunstwerken maakte deze tentoonstelling tot een boeiend geheel.

Terugkijkend zijn het twee onvergetelijke weken geworden. Het verblijf in de natuur, de vriendelijke lokale bevolking, de officiële gelegenheden, maar vooral het intense contact met de andere deelnemers was heel bijzonder.